Radiocommunicatie in Indië: Een stukje Geschiedenis van het Radiozendstation Malabar (Bandung)
Fragment uit het blad Wonen-TA/BK nr 2-79 Bewerking: J.W.L. Udo, Radio Kootwijk
Politiek en commercie
Aanvankelijk was Nederland, voor wat het telegrafisch verkeer met Nederlands-Indië betreft, afhankelijk van een Engelse kabelverbinding. Tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika oefende de Britse regering zo’n zware censuur uit op het telegrafisch verkeer, dat in Nederland naar een alternatief gezocht werd. Men sloot toen een overeenkomst met Duitsland. In 1905 werd in Keulen de Deutsch-Niederländische Telegraphen Gesellschaft opgericht, die de kabel Menado – Yap – Guam exploiteerde. Deze kabel sloot aan op een Amerikaanse kabel van de Philippijnen naar de Verenigde Staten, die beheerd werd door de American Commercial Cable Company. Al spoedig bleek dat dit bedrijf nauwe relaties onderhield met de Britse onderneming, zodat men eigenlijk nog niet veel verder was.
Rond 1913 werden er aan de door de Nederlandse regering ingestelde Permanente Commissie voor de Radiotelegrafie twee plannen voorgelegd voor een draadloze verbinding met Indië. Het ene plan voorzag in een verbinding via tussenstations in Tripolis, Massovah en in Ceylon, waarbij men afhankelijk zou zijn van medewerking van Italië en (alweer) Engeland. Het andere plan beoogde een verbinding via West-Indië, Hawaii en de Samoa-eilanden. De commissie verleende een concessie voor het eerste plan. maar dit werd in de doofpot gedaan. Tegenwerking kwam vooral van de minister van koloniën, De Waal Malefijt en die van waterstaat, L. H. W. Regout, waarbij de laatste verklaarde de zaak nog even te willen laten rusten in afwachting van de proeven die de Nederlandse regering in Indië op het gebied van de radiotelegrafie wilde nemen. Voor deze proeven zouden zowel de Marconi Company als Telefunken worden uitgenodigd.Kort daarna brak de Eerste Wereldoorlog uit. De nadelen van het afhankelijk zijn van buitenlandse verbindingen werden opnieuw goed merkbaar, zeker nadat de Duitse kabel vernield was. Opnieuw was Indië alléén langs Britse kabels te bereiken. Dit impliceerde een verbod op het gebruik van codewoorden, censuur en bovenal grote vertragingen.In 1917 drong kapitein-luitenant ter zee E. H. Friderichs, chef van de draadloze telegrafie bij de marine er op aan bij de Permanente Commissie om haast te maken met een draadloze verbinding met Indië. Hij stelde voor om een krachtig zendstation te bouwen binnen de stelling Amsterdam, voorlopig alleen voor politieke en militaire doeleinden. Ook dit voorstel vond geen weerklank.
Overzicht van het zendstation, de bedrijfsgebouwen en personeelswoningen in Malabar Kloof