Het Dorp Radio Kootwijk
“Tussen Zand en Zenders”
Inhoud:
1= Het ‘Dorp Radio Kootwijk’ en de bewoners. (red.)
2= Routebeschrijving naar Radio Kootwijk. (red.)
3= Tussen zand en zenders complete scan (pdf) klik
4= Sociale Kaart Radio Kootwijk. Overzicht gemeentelijke diensten (red.) Klik
5= “Van Gewest tot Gewest” 1988 ” Radio Kootwijk.
6= “In Radio Kootwijk” Pageflow door Freyan, Mark en Leon.
7= Dorpsactiviteiten Radio Kootwijk in de jaren zestig. (youtube)
8= Dauwtrappen 1968 , de Weerd (youtube)
9= Overzicht van Gemeentelijke monumenten te Radio Kootwijk
1
Het ‘Dorp Radio Kootwijk’ en de bewoners.
Tijdens de opbouw van het zendstation Kootwijk Radio begin jaren twintig werd al begonnen met de werving van personeel. Een deel van de werknemers, vooral degenen die werkten bij de bediening van de zenders en bij de storingsdienst, moesten dag en nacht bereikbaar zijn. Daarom werden aan de Turfbergweg, dicht bij het zendstation, personeelswoningen gebouwd. De vier blokken van elk zes huizen waren eenvoudige dienstwoningen, bestemd voor personeelsleden en hun gezinnen. In de loop van de jaren twintig groeide het inwonertal in de nederzetting bij het zendstation gestaag. De huizen werden bewoond door PTT-personeelsleden en hun gezinnen Eind jaren twintig woonden er een kleine 200 mensen. In de jaren dertig werden aan de Radioweg nog enkele woningen bijgebouwd, onder andere drie ‘ingenieurswoningen’, ruime villa’s voor het hoger personeel, en weer later in de jaren ’50 nog vier woningen (2 onder 1 kap) eveneens aan de Radioweg. Tezamen met drie oudere nog altijd bewoonde houten huizen en de drie woningen naast het hotel komt daarmee het totale aantal woonhuizen in het dorp op 37.
Het dorp en de PTT
De invloed van de PTT beperkte zich niet alleen tot het zendstation, maar strekte zich ook uit tot het leven in het radiodorp. Als verhuurder van de woningen droeg de PTT zorg voor het onderhoud van de huizen. De bewoners konden bij een lekkage of ander ongemak altijd een beroep doen op een der werknemers van het zendstation. Er was altijd wel een timmerman, schilder, smid, loodgieter, tuinman, automonteur of een andere deskundige aanwezig. De PTT regelde dat artsen uit Apeldoorn bereid waren om patiënten in het afgelegen Radio Kootwijk in hun patiënten bestand op te nemen. De PTT zorgde al vroeg voor het (school) busvervoer dat voor bewoners en personeel gratis was. De beheerder van het zendstation fungeerde er als een soort burgemeester. Er was een bloeiend verenigingsleven in Radio Kootwijk. Een toneelvereniging en kegelclub en een jaarlijkse feestavond zijn daar enige voorbeelden van. In 1980 werd de Dorpsraad/ Belangenvereniging Radio Kootwijk opgericht. De evenementencommissie organiseert o.a jaarlijks een voetbaltoernooi, het dauwtrappen en het Sinterklaas feest. Het ‘Radiodorp’ ligt zo’n 12 km van Apeldoorn. Er zijn geen voorzieningen zoals winkels, scholen een bank of een bibliotheek, kroeg of kerk. De bewoners zijn hoofdzakelijk aangewezen op Ugchelen en Apeldoorn.
Het dorp en de KPN en daarna SBB
In 1996 heeft KPN de woningen verkocht aan de huurders/bewoners of aan een nieuwe particuliere beheersmaatschappij. De woningen zijn in dat jaar toen ook aangesloten op aardgas, een rioolpersleiding en op de watervoorziening van de gemeente Apeldoorn. Tot begin 2004 hebben de bewoners kunnen profiteren van de door KPN geleverde elektriciteit waarvoor ze het voordelige ‘grootverbruikers tarief’ betaalden. De samenstelling van de bewoners is divers. Er wonen nu bijna geen mensen meer die een binding hebben met KPN. Toch is iedereen erg betrokken bij zijn leefomgeving en maakt men zich zorg om de toenemende drukte en de wijze waarop de exploitatie van gebouw A plaatsvindt.
Eind 2009 zijn de gebouwen en terreinen van het voormalig zendstation voor 1 € in eigendom verworven door Staatsbosbeheer die ook de exploitatie hiervan voor haar rekening heeft genomen. (tekst redactie TZZ)
_________________________________________________________________________
2
Routebeschrijving naar Radio Kootwijk
Radio Kootwijk bereikt u door vanuit de richting Amersfoort op de A1 de afslag 19 (Apeldoorn/Hoenderlo N304) te nemen en vervolgens ± 250 m richting Apeldoorn te rijden. Daarna bij de verkeerslichten linksaf richting Hoog Buurlo/Radio Kootwijk. U rijdt dan op de Hoog Buurlose weg. Na ± 6 km rijdt u via de Turfbergweg het dorpje Radio Kootwijk binnen. Bij de splitsing houdt u rechts aan en rijdt dan via de Radioweg 800 meter door tot aan de ‘Pollers’ bij het voormalige buswachthuisje/Portiersloge tegenover de watertoren !
Radio Kootwijk bereikt u door, komende vanuit de richting Deventer via de A1, de afslag 19 (Apeldoorn/Hoenderloo N304) te nemen en 100 meter richting Apeldoorn te rijden. Daarna bij de verkeerslichten slaat u links af richting Hoog Buurlo /Radio Kootwijk. U rijdt dan op de Hoog Buurloseweg richting Radio Kootwijk. Zie verder boven.
Vanuit de richtingen Zwolle (A50) of Arnhem neemt u bij het knooppunt Beekbergen de A1 richting Amersfoort en verlaat u deze weg weer bij afslag 19 (Apeldoorn/Hoenderloo N304). Zie verder hierboven.
Nogmaals Let op: sommige soorten Tom Tom’s sturen u abusievelijk de verkeerde kant uit (Radioweg, Harskamp, gem. Barneveld). Uitschakelen die route-planner dus!
3
Hieronder het in 1988 uitgegeven boek “Tussen Zand en Zenders”. Ter inzage in PDF (148 Bladzijden)
maand mei 1964
_______________________________________________________________________________________________________________________________________
4
Hieronder een overzicht van diensten. De lijst is een initiatief van de gemeente Apeldoorn.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________
5
Radio Kootwijk: ‘Van Gewest tot Gewest 1988′
Bijna 32 jaar geleden werd door Van Gewest tot Gewest een reportage uitgezonden over Radio Kootwijk dat toen nog in vol bedrijf was als maritiem zendstation (Scheveningen Radio). Aan de uitzending werkten o.a. mee: Martin Nieuwenhuizen, Leona Udo-van der Sloot, Mw Birza-Schimmel , Coby de Haan, en Dhr Wijnterp. In 1998 werden de zenders uitgeschakeld. De PTT-ers zijn sindsdien nagenoeg allemaal verhuist. Het Dorp Radio Kootwijk herbergt sindsdien veel nieuwe inwoners. Speciaal voor hen dit stukje Nostalgie in optima forma. (red. TZZ)
________________________________________________________________________________________________________________________________________
6
In juni 2017 verscheen de ‘PageFlow’ productie getiteld “In Radio Kootwijk”, geproduceerd door: Freyan Bosma en Mark Riesthuis (tekst) en Leon Smit (beeld), 3e jaars studenten aan school voor de journalistiek Windesheim te Zwolle. Een mooie reportage over verleden en heden van Radio Kootwijk en een aantal van haar inwoners, in tekst, beeld, geluid en video.
“In Radio Kootwijk”
1. (Proloog)
Acht bitterballen op een schaaltje, drie speciaalbiertjes in drie glazen. Een tafeltje op een vol terras in Zwolle. Half mei, één van de eerste zomerse dagen. Iedereen is buiten. Wij drieën ook. We praten over de afgelopen tijd, over wat we hebben beleefd. Zes weken van heen en weer reizen tussen het dorp en de buitenwereld zitten erop. We zijn moe, enthousiast en licht sentimenteel. Al kan dat ook door de hitte komen. Wanneer draag je wel en niet een korte broek? Hoe verdeel je acht bitterballen over drie personen? Merken mensen het als je vanaf een terras naar ze kijkt? Levensvragen, maar niet voor nu. We discussiëren over wat de opening van ons verhaal wordt, komen er niet uit, en proosten daar meteen maar op. Zelfverzekerdheid is ook een overlevingstactiek.
2. (Inleiding)
Zes weken eerder. Ons rode autootje slaat rechtsaf, de Hoog Buurloseweg in. Een snackwagen op de hoek markeert het begin van het bosgebied. Na een promenade van bomen en fietspad bereiken we een open vlakte. Aan het einde van die vlakte: opnieuw bos. Maar ditmaal bos met bewoners. Gestaag passeren we het bord ‘Radio Kootwijk, gemeente Apeldoorn’. Een vlaag van milde adrenaline en spanning maakt zich van ons meester. Dit is waar we moeten zijn – dit is waar we de komende weken zullen zijn. Dit is Radio Kootwijk.
Twee jaar geleden woonde één van ons in Apeldoorn, trok bij gebrek aan diepere bezigheden z’n wandelschoenen aan. Uren later zag hij reeds wat we nu alle drie zien. Hij was onder de indruk, bedacht om er later nog eens iets mee te doen. Later blijkt nu. We wijzen naar de rijtjeshuizen aan de weg, de Radioweg. De straat maakt een kronkel. De auto hobbelt verder. Tot plots, achter het bos en de bocht, een gebouw opdoemt. We parkeren de wagen, lopen als vanzelf naar het imposante bouwwerk. Een kathedraal midden tussen het niets. De muren zijn grijs. Hoog. En van beton. Het gebouw lijkt een utopie die we ooit zullen bestijgen. Achter het complex zien we een vlakte, daarna bos. Beduusd is een raar woord, maar het geeft ons gevoel wel weer. Een stenen bouwwerk zien we weleens, een natuurgebied ook wel. Maar dit is een overtreffende trap. Er staan informatieborden. We lezen ze meer niet dan wel. Te veel afgeleid door wat we zien. We zien heide, we zien heuvels. Lage begroeiing, struikgewas. En zand. We lopen terug richting het dorp, passeren een aantal vrijstaande huizen. Ze staan stuk voor stuk op prachtige plekken. Omringd door bomen, weg van mensen. We mogen dan in een lyrische bui zijn, we zien ook lelijkheid. Een zwartgeverfde houten woning, haast een bunker. Hoge afrasteringen van schrikdraad om de tuinen. In onze fantasie was het hier uitgestorven. Het blijkt druk. Zelfs nu, het regent twijfelachtig. Roedels elektrische fietsers scheuren voorbij, groepen wielrenners passeren soms nog harder. “Paaltje!”, wordt er geschreeuwd.
Drie blokken met rijtjeshuizen strekken zich voor ons uit. Grote daken, tuintjes met een hek. Ze lijken allemaal min of meer hetzelfde. Een kruispunt. We lezen de bordjes. De Radioweg maakt hier de bocht van of naar de vlakte met het Grote Gebouw. Een paar bankjes, een monumentje met een wereldbol. Op de bol blijkt Nederland bovenaan te liggen, specifiek Radio Kootwijk. Dit dorp als middelpunt van de wereld, we kunnen het ons moeilijk voorstellen. Afgelegen maar niet verlaten, levendig maar met mate. Als gemoedelijkheid een competitie zou zijn, was Radio Kootwijk de onbetwiste winnaar. Althans, dat denken we als we er de eerste keer doorheen lopen. Eén van ons liep hier jaren geleden. Langs deze deur, over deze stoep waar we nu staan. Een fascinatie ontstond, en het internet werd geplunderd.
Vanuit het Grote Gebouw werd decennia lang een radioverbinding met toenmalig Nederlands-Indië in stand gehouden. Het Grote Gebouw heet gebouw A, een naam waar men schijnbaar ook niet al te lang over nagedacht heeft. ‘Men’ is de PTT, het bedrijf dat heer en meester in het gebied was. Bijna honderd jaar geleden werd aan de bouw begonnen, en in 1923 ging de zender de lucht in. De PTT had een leger aan werkkrachten nodig, maar die konden niet allemaal vanuit Apeldoorn naar het zendcomplex komen. Afstanden waren nog groot in die tijd, en Radio Kootwijk lag als een eiland in het midden van niets. Huizen werden gebouwd voor de medewerkers.
Radio Kootwijk is geen zendstation meer. De medewerkers zijn bijna allemaal weg. Zij
die bleven, hebben nieuwe buren gekregen. Telefoon erbij, nog even kijken of we het juiste huisnummer hebben. Dat is het geval. Tuinhekje open. Aanbellen. Wachtend op de stoep vallen letterlijk en figuurlijk ten volle samen: het besef dat dit op alle manieren het begin zal zijn.
3. (Els & Eric)
De deur gaat open. Een glimlachende vrouw met donkerrood haar doet open. Het is Els Hamaekers. De vrouw van de secretaris van de dorpsraad beantwoordde een week geleden ons mailtje: ja, we mochten eens langskomen in het dorp. Nu lopen we binnen in een huis vol boekenplanken en af en toe een totem of Afrikaans masker. We nemen plaats aan de keukentafel. Op die tafel: een nog dampende cake. Niet iedereen blijkt ervoor gemaakt om zoiets zonder kruimels te verorberen. Els woont hier nu twee jaar. Ze kwam vanuit Eemnes, dorp van het befaamde pontje, naar Radio Kootwijk. “De natuur is hier zo mooi.” Te midden van de cakekruimels leggen we ons vooroordeel maar meteen op tafel: dat dit een heel hechte, gesloten gemeenschap zou zijn. “Echt niet”, zegt Els. “Ik stap gewoon langs de achterdeur bij de buren naar binnen. Hoewel: niet bij iedereen en ook niet elke dag. Je moet op de een of andere manier aanvoelen hoe vaak je met iemand omgaat, maar dat is in een gewoon dorp vast niet anders.” En toch… Een gewoon dorp, dat is Radio Kootwijk natuurlijk niet. Het zit hem volgens Els in de kleine dingen. “Toen mijn man en ik een weekendje weg waren, was mijn zoon alleen thuis. Hij kwam erachter dat Thuisbezorgd.nl hier niet komt.” Een veelbetekenende blik. “Tja, leven op zo’n afgelegen plek: je haat het of je houdt ervan.” Voorzieningen zijn er sowieso weinig in het dorp: een afvalverzamelplaats en een brievenbus. De dichtstbijzijnde supermarkt is in Ugchelen, hier negen kilometer vandaan.
Het brengt ons op de vraag waarmee we hier ook kwamen: in hoeverre is het dorp Radio Kootwijk nu en op termijn leefbaar voor de bewoners? We vragen of Els last heeft van evenementen en toerisme. “Ik vind het alleen maar gezellig. Iedere winter wordt er op het terrein rondom gebouw A een festival georganiseerd, Grasnapolsky. Bewoners kunnen daar dan gewoon gratis kaarten voor krijgen, en ik ga er dan ook zeker heen”. En andere bewoners, wat vinden die van de drukte? “Niet iedereen is blij met bezoekers in het dorp”, antwoordt Els.
Dat kinderen heel lang kind konden zijn, dat er vroeger een weelde aan verenigingen en activiteiten bestond en hoe lastig het was om werk en privé toen gescheiden te houden: Els weet veel verhalen op te dissen van voor haar tijd, haar verteld door mensen die er al veel langer wonen. Eén van die mensen is Eric Romijn, de buurman. Els belt hem op. “Eric, heb jij zin in een bakkie koffie? Ik heb hier drie jongens zitten die graag wat meer van Radio Kootwijk willen weten.” Els gaat koffie zetten. Twee minuten later komt Eric via de achterdeur binnen. Hij gaat aan tafel zitten en begint te vertellen. Over de periode waarin hij hier kwam wonen, dat hij werk vond als bewaker van het terrein en later zenderbouwer werd, dat hij nu nog altijd goed op de buurt let. “Als je ziet dat er ’s avonds nog een tuinhekje bij iemand open staat, doe je het dicht.”
Hoewel Els en Eric een totaal andere achtergrond hebben en een andere reden hadden om naar Radio Kootwijk te komen, merken we dat ze best wel wat gemeen hebben. Een bepaalde jovialiteit, en een bepaalde visie op dorp en omgeving: leven en laten leven. Ze vertellen dat er best weleens reuring is. Dat met name nieuwe inwoners ver gaan in hun overtuiging dat het natuurbehoud het belangrijkste is. We vragen of we van een tweedeling mogen spreken. “Op sommige punten wel.” Met honderd inwoners kennen ze bijna iedereen. Els vertelt over een mevrouw die daadwerkelijk in Radio Kootwijk is geboren. Coby de Haan heet ze, 85 jaar. “Coby is Radio Kootwijk en Radio Kootwijk is Coby”, vult Eric aan. Ze tippen ook de familie Udo. “Jaren geleden maakte het dorp een heel heftige periode door, daar stonden zij middenin”. Ze laten nog wat namen vallen. Ook die van Jan de Hoop. “De Jan de Hoop van het nieuws?” vragen we verbaasd. “Ja, die Jan de Hoop”, zeggen ze lachend. Els: “Ik zie hem weleens als ik de hond uitlaat, dan maken we een praatje”. En dan is er nog iets. Over anderhalve week is de algemene ledenvergadering van de dorpsraad. “Vorig jaar was m’n eerste keer, een hele belevenis hoor. Allemaal mensen met duidelijke meningen”, vertelt Els. In onze hoofden tekent zich een spectaculair schouwspel af. Misschien wel een beetje té. Ze gaat polsen of wij erbij mogen zijn. Eric staat op. Het is het einde van de middag, hij gaat zo slapen. Vanavond rijdt hij met z’n vrachtwagen, hij wil uitgerust zijn. We kijken elkaar verbaasd aan. Eric is toch al met pensioen? “Dat klopt.” Maar thuiszitten is niets voor hem.
Vier avonden in de week rijdt hij met een truck naar Venlo om er een lading te lossen en op te halen. Hij is dan pas om half twee ’s nachts thuis. En twee keer in de week bezorgt hij de post in de omgeving. We kijken elkaar nog eens aan. Praten we met de man die één van de laatste voorzieningen van Radio Kootwijk in stand houdt? Els opent de honderd jaar oude voordeur, wij stappen naar buiten. Ze geeft ons nog wat boeken over Radio Kootwijk mee. We staan buiten, maar in het dorp zijn we binnen.
VIDEO Dit is Radio Kootwijk – Het Dorp
4. (Geschiedenis)
Tijd om een forse stap terug in de tijd te zetten. Een eeuw geleden was Nederland druk met internationale handel, druk met koloniën. De communicatie met de overzeese gebieden verliep via kabels die door allerlei landen en territoria lagen. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog liepen de spanningen tussen de landen op, er werd al eens een kabeltje doorgeknipt. Onhandig natuurlijk, want het contact met de militairen en handelaren in het buitenland werd zo nog meer beperkt. Op een gegeven moment verliep alle communicatie noodgedwongen via Londen, waar het doorsturen van Nederlandse telegramberichten tamelijk weinig prioriteit had. Er moest dus een eigen communicatielijn tussen Nederland en de koloniën komen. Na lang politiek gesteggel kwam die er ook. Ons land stuurde ingenieur Cornelis de Groot naar toenmalig Nederlands-Indië. Daar, in de Malabar-kloof bij de stad Bandoeng op het eiland Java, begon hij te pionieren.
Pionieren is een woord dat onverschrokken, avontuurlijk klinkt. Dat moet het ook wel zijn geweest, om daar in het oerwoud een zendstation op te bouwen. De Groot maakte een langegolfverbinding naar Nederland mogelijk, 12.000 kilometer verderop. Daarna een kortegolfverbinding. En toen nog meer innovaties. Toch voelde de ingenieur zich miskend. Hij kreeg niet de lof voor z’n werk die hij verwachtte te oogsten. Gedesillusioneerd voer De Groot terug naar eigen land; het was tijdens die boottocht dat hij stierf van verdriet. Tragiek is blijkbaar ook een woord dat bij pioniers kan horen.
Om op de boodschappen vanuit Bandoeng te antwoorden, was er in Nederland natuurlijk ook een zendstation nodig. Men koos als locatie voor dit ‘Station voor Draadloose Telegrafie’ een zandverstuiving op de Veluwe, lekker weids en afgelegen. Het van Staatsbosbeheer aangekochte terrein was alleen allesbehalve vlak. Amsterdamse werklozen kregen de taak om een behoorlijk stuk natuur egaal te maken. Met de hand.
Een andere taak was er voor Amsterdammer Julius Luthmann. De architect mocht de gebouwen ontwerpen waarin de zendapparatuur en machines konden worden gehuisvest. Na een studiereis langs de collega’s van het Duitse radiobedrijf Telefunken en hun zendstation bij het stadje Nauen, ontwierp hij een nogal majestueus hoofdgebouw en een resem bijgebouwen. Hout was te brandbaar voor de hitte van de machines, dus het complex werd volledig uit gewapend beton opgetrokken. Het werd het eerste betonnen gebouw van Nederland.
Rondom gebouw A verrezen hoge masten om de verbindingen met de rest van de wereld tot stand te brengen. Twee jaar na de bouw van langegolfzender Lange Gerrit schakelde men over op kortegolfzenders. De verbinding via de korte golf was minder storingsgevoelig en de benodigde apparatuur bleek efficiënter. Op 26 februari 1928 was het zover: de eerste radiotelefonieverbinding via de korte golf werd werkelijkheid. De eigenaar van alles, de PTT, zou aan het eind van iedere februarimaand een feestavond organiseren om dit te vieren. Er viel trouwens nog meer te vieren in die tijd. Op 7 januari 1929 opende de radiotelefoondienst tussen Nederland en Indië voor het grote publiek. Dat betekende dat iedereen die zich geroepen voelde naar een telegraafkantoor in de Randstad kon gaan, om daar tegen best wel veel geld een paar minuten met familie in De Oost te kunnen bellen. Het was koningin-moeder Emma die het eerste gesprekje mocht voeren. Groeten was beleefd: dat vond ook de koningin-moeder. Ze opende daarom met de woorden “Hallo Bandoeng”. Vele burger-moeders zouden volgen. Dat bezorgde volkszanger Willy Derby de inspiratie om het liedje “Hallo Bandoeng” uit te brengen. Het werd een hit.
“Hallo, Bandoeng?”n
“Ja moeder, hier ben ik”
“Dag lieve jongen,” zegt zij, met een snik
Hallo, hallo “Hoe gaat het ouwe vrouw”
Dan zegt ze alleen “Ik verlang zo erg naar jou”
“Lieve jongen,” zegt ze teder
“Ik heb maanden lang gespaard
’t Was me, om jou te kunnen spreken
M’n allerlaatste gulden waard”
5. (Eerste bezoek Udo’s)
Voor de tweede keer rijden we de Hoog Buurloseweg af. Het is nog maar de tweede keer, maar het voelt zowaar vertrouwd. Half 10, dinsdagmorgen. Het regent, en we zijn te vroeg. We hadden gehoopt nog even een rondje te kunnen struinen over de zandvlakte, maar we blijven in de auto zitten. Radio Kootwijk is minder mooi wanneer je vanuit een klamme auto naar de druilerige watertoren kijkt. Bovenop de watertoren zien we antennes uitsteken. We lopen door de regen richting de Radioweg. Een vrijstaand houten huis doemt op tussen de bomen. Zoals bijna alle huizen hier heeft ook dit huis een hoog hek van schrikdraad. We weten niet zo goed hoe we deze vesting moeten nemen. Wat onhandig klauteren we tussen de draden door, niet wetend of er stroom op staat. Dan staan we voor de achterdeur van het huis. Een lachende man op leeftijd komt via de bijkeuken naar ons toe. Hij heeft er zin in, op deze grijze dag. De man is Jan-Willem Udo. Meneer Udo (77) komt oorspronkelijk uit het Westen van het land, maar zo’n veertig jaar geleden verhuisde hij samen met zijn vrouw Leona (76) naar Radio Kootwijk. Hij werkte bij PTT DKRV Straal & Satellietverbindingen, een dienst die onder andere via de zender van Radio Kootwijk contact onderhield met de scheepvaart. Wie vanaf zee belde met de haven van Scheveningen, deed dat via de Veluwe. Els vertelde ons dat de Udo’s een goudmijn aan verhalen en beeldmateriaal bezitten. En meneer Udo is radiozendamateur. Een radiozendamateur in Radio Kootwijk: daar wilden we meer over weten.
Het is tien uur stipt, en de appeltaart komt op tafel. Meneer en mevrouw Udo nemen plaats, wij gaan er tegenover zitten. Uren later zijn we nog niet van onze plaats af geweest. Plots staat er een reekalfje in de tuin. Ze kijkt voor zich uit, zich onbewust van het gezelschap dat ze heeft. Hoe is zij de tuin binnengekomen, ondanks het schrikdraad? De stroom op het hek staat overdag uit, zo wordt ons verteld. Het is boeiend om Leona en Jan-Willem te horen vertellen. Zoals Els al beloofde, hebben ze verhalen voor dagen, over uiteenlopende onderwerpen. Hun feiten en jaartallen lopen soms uiteen, met een komisch schouwspel tot gevolg. Jan-Willem vertelt over zijn hobby als zendamateur, het wonen in het mooiste stukje van Nederland, de natuur, en de dingen die hier vroeger gebeurden. Dan merkt hij op dat we geen papier bij ons hebben, niets meeschrijven. Het klopt. We voelen ons haast betrapt; urenlang luisteren naar verhalen bevredigt onze nieuwsgierigheid, maar niet ons lege papier. Het voelt ook al alsof we op bezoek zijn bij bekenden. Tijdens zo’n gesprek zou je ook niet meeschrijven. Voelen we ons na twee bezoeken al té thuis? Eén ding spreken we alvast met de Udo’s af: we komen terug, voor meer.
VIDEO Deze man houdt de zenderfunctie van Radio Kootwijk in stand
6. (Omgeving)
Zoals de nacht dat soms kan zijn, is ook de dag nu nog jong. We besluiten om een stuk te lopen. Een natuurgebied is daar wel geschikt voor. Vanuit het huis van de Udo’s wandelen we naar het hoofdgebouw. De PTT hield wel van overzichtelijkheid. Ze doopten het belangrijkste zendgebouw ‘gebouw A’. De hoekige vormen, het robuuste beton. Het complex past bij de Amsterdamse School. Mensen hebben de drang om meer dan alles te categoriseren. Ook gebouwen. Gebouw A hoort vanwege z’n sierlijke afwerkingen daarom ook nog eens in het Art Deco-hokje thuis.
Hadden we al gezegd dat het imposant is? Architect Julius Luthmann kreeg van de voorloper van de PTT de opdracht om ‘een gebouw’ te ontwerpen waar de PTT haar zenders in kon zetten. Hoe het er voor de rest uit moest zien, mocht Luthmann zelf weten. In ieder geval mocht Radio Kootwijk wel wat meer grandeur hebben dan het zendstation in het Duitse Nauen, vond hij. En het moest een beetje lijken op een Egyptische sfinx. Dat gebeurde.We voelen even aan de voordeur….. Dicht.
Voor het gebouw strekt zich een koelvijver uit die in verbinding staat met de watertoren, een eindje verderop. Het langwerpige bouwsel zat, zoals het woord al doet vermoeden, vol water. Dat water moest de zware machines voor de lange golf van gebouw A de nodige verkoeling bieden. De watertoren is hoog, goed te zien. De toren kreeg een licht, en werd ook vuurtoren voor de schepen op de Zuiderzee. Jan-Willem Udo zei ons daarnet nog dat er nu antennes van de radiozendamateurs op de toren staan. Op het terrein tussen gebouw A en de watertoren zien we meer bebouwing. Het zijn de gebouwen T, een voormalige loods, gebouw J, de vroegere werkplaats en nu dorpshuis, gebouw C, de voormalige garage voor dienstvoertuigen en nu horecagelegenheid, en gebouw P, ook wel de Utrechtse loods genoemd. Die laatste stond tot 1940 in Utrecht, kwam toen naar de Veluwe toe om als opslag te dienen. Het houten gevaarte kreeg toen ook z’n naam, weer die overzichtelijkheid. Nu zit er een houtbewerker.
We lopen verder, passeren de slagboom. “Dat is iets voor achter de slagboom” is een bijzin die weleens opduikt in gesprekken die we met bewoners voeren. Ze bedoelen dat het over dingen gaat die het zendstation betreffen, niet het dorp. De slagboom maakte plaats voor een kek paaltje dat omhoog en omlaag kan. Hotel Radio staat er nog wel. Tenminste, het gedeelte dat de nog onopgehelderde brand van 2006 heeft overleefd. We vinden het een bouwval. Toen gebouw H in 1920 werd gebouwd, was het de plek waar jonge technici die nog geen vrouw en woning hadden, sliepen. Het ‘Tehuis voor Ongehuwde Ambtenaren’ was een mooie naam. Later werd het pand een echt hotel. Vervolgens stond het jarenlang leeg. Straks, wanneer het gebouw uit z’n brandschade herrijst, wordt het weer een hotel.
Het dorp in. Met de kennis van nu ziet hetzelfde er anders uit. De vrijstaande huizen waren de villa’s van ingenieurs. In de rijtjeshuizen aan de kruising met de Turfbergweg woonden de arbeiders. Het laatste huis van zo’n blok was voor de ploegbaas: jarenlang de enige met een telefoonverbinding. We lopen verder. Op een bepaalt punt zien we niets, maar toch is er iets. Op deze plek stond gebouw F, het oudste pand van Radio Kootwijk. Inderdaad: stond. Na verloedering en twee branden bleek het voormalige ingenieursgebouw een vervaarlijke schim van zichzelf geworden. Er restte niets anders dan sloping. Het contrasteert met het nabijgelegen gebouw G. In de oorlog gebouwd door de Duitsers om zendapparatuur in elkaar te zetten, tegenwoordig gebruikt om theatervoorstellingen in te spelen.
Een eind achter ons staan nog drie gebouwen. C, D en E. Ze markeren de komst van de korte golf naar Radio Kootwijk. Het trio kreeg elk een eigen zendrichting: C naar Nederlands-Indië, D naar de Verenigde Staten en E naar Japan. Bij dat laatste gebouw kwam een omkleedhokje, zodat Radio Kootwijkers konden zwemmen in de koelvijvers die bij de panden horen. Gebouw C is nu ‘De Droomfabriek’, een advies- en trainingsbureau.
Het dorp en het zendcomplex laten we achter ons, een huizengroep met de naam Gerritsflesch ligt voor ons. Het miezert wat. Een mier kruipt over het pad, maar wisselt telkens van richting. Ligt er een takje, dan gaat hij terug. Is daar een steentje, dan keert het beest weer om. De honden van de huizen blaffen. Het zijn er veel. Het lijkt wel alsof ieder huis er hier eentje heeft. Op een picknickbankje kijken we loom over de heide uit. In de verte zien we gebouw A. De regen begint forser te regenen. We lopen terug richting het dorp en de bewoonde wereld. Onderweg komen we langs de ingang van een bunker, aangelegd in de Koude Oorlog. Vanaf hier zou de zender in stand gehouden worden, mocht de oorlog echt uitbreken. We lopen verder. De heide blijkt weidser dan we dachten.
7. (Coby)
Coby de Haan is Radio Kootwijk, en Radio Kootwijk is Coby de Haan. Het is een uitspraak die gedaan werd tijdens ons eerste gesprek in het dorp, bij Els thuis. We hoorden al wat flarden van verhalen, wat ons alleen maar nieuwsgieriger maakte naar de 85-jarige mevrouw De Haan. Hoe konden we haar bereiken? “Gewoon via Facebook”, zei Els. En warempel, het werkte. ‘Met zonnige groet, Coby de Haan’, stond er onder het bericht. Een even zonnige groet kreeg ze van ons terug, die zij weer beantwoordde met een ‘bewolkt ochtendgroetje’. Op de dag waarop we met haar hebben afgesproken, stuurt ze nog een ‘regengroetje’. Het geeft ons alvast een beeld van de heldere, gevatte geest die mevrouw De Haan klaarblijkelijk bezit, ondanks of juist dankzij haar hoge leeftijd.
Tegen de tijd dat we de Radioweg oprijden, is de zon alweer daar. Mevrouw De Haan ontvangt ons bij haar thuis alsof we er al jaren komen. Willen we in de tuin zitten? De hele Veluwe is in feite haar tuin. Een deel van de achtertuin is omheind, maar het grootste gedeelte niet. “Dan kunnen de dieren daar gewoon komen. We hebben al genoeg ruimte in de natuur omheind en bebouwd”. Coby (we mogen inmiddels Coby zeggen) is duidelijk een dierenvriend. Haar hond Rébel haalde ze uit het asiel, hij was vroeger mishandeld. Rébel legt af en toe zijn kin op tafel. Ons gesprek stopt dan even, de hond wordt geaaid. Vroeger, toen Coby als kind dagelijks met de bus naar Apeldoorn reisde om naar school te gaan, zag ze uit het raam soms een groot edelhert langs de bosrand lopen. Ze noemde hem Caesar. Veel later kreeg het dorp ook regelmatig bezoek van een edelhert, tot op de dag van vandaag. “Hij lijkt precies op mijn Caesar”, zegt Coby. We herinneren ons een verhaal van Els over ‘het dorpshert’. Zij noemde hem Sjors. Coby: “Sommige mensen noemen hem Sjors, maar Sjors is geen naam voor zo’n mooi dier. Ik noem deze ook Caesar”. Coby vertelt over de tijd waarin ze nog iedere ochtend de wilde zwijnen voerde. Tientallen zwijnen kwamen dagelijks naar haar tuin, wachtend op een schep mais. Op een zeker moment had ze een soort tribune gebouwd naast de voederplaats, zodat bezoekers van het gebied ook mee konden kijken. “Dat mag niet meer van Staatsbosbeheer. Het is niet goed voor de zwijnen, dus ik ben er maar mee opgehouden. Het is jammer, maar ik snap het”.
Binnen vijf minuten begrijpen we waarom ze een spin in het web was, en nog altijd is. Coby straalt openheid en positiviteit uit, laat zich zelden negatief horen. Ze is bang voor niemand, en koestert liefde voor veel. Het voelt als een eer om aan haar keukentafel te mogen zitten. De beroemdheid van Radio Kootwijk. Al ziet ze het zelf niet zo. Coby de Haan is de oudste bewoner van het dorp. Ze is hier geboren en getogen. Als we vragen naar haar jeugd, beschrijft ze een tijd waar we alleen maar jaloers op kunnen worden. De hele Veluwe als speeltuin, dat wil ieder kind. De kinderen in Radio Kootwijk kregen alle vrijheid, en bleven daardoor lang kind. ‘De zandberg’ is een term die vaak valt. “De zandberg was altijd de plek waar het meest gespeeld werd. Alle kinderen waren daar te vinden. Als we zeiden: ‘Die is nog van de zandberg’, dan bedoelden we dat diegene nog jong was, kinds. Inmiddels is de plek overgroeid met bomen en struiken”.
Wijlen Coby’s echtgenoot was werkzaam als zendertechnicus. Soms werd er dan ‘s nachts opgebeld, als er iets stuk was. Coby slaapt licht, haar man sliep juist heel vast. Midden in de nacht moest Coby de telefoon opnemen en haar man uit bed zien te krijgen, zodat hij de verbinding weer kon herstellen. Maar wie denkt dat Coby alleen een bestaan als huisvrouw en wekker leidde, zit er volledig naast. Zestig jaar lang was Coby in het dorp actief als vrijwilliger. Vroeger, toen het verenigingsleven nog bloeide, stond Coby daar middenin. Ook was ze lange tijd actief in de dorpsraad, als voorzitter en secretaris. Voor haar inzet is ze zelfs benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. Nog altijd geeft ze lezingen, en schreef ze recent nog een boek met haar herinneringen. De verhalen zijn talrijk, de middag is kort.
AUDIO Coby de Haan
Het is voor ons moeilijk te beseffen hoeveel Coby heeft meegemaakt op deze plek. De beginperiode van het zendcomplex, de bezetting door de Duitsers, de bevrijding door de Canadezen, de spanning tijdens de Koude Oorlog, en de bedreiging van het dorp eind jaren ‘90. Over dat laatste kunnen volgens Coby meneer en mevrouw Udo beter vertellen, dat is hun eer. Nadat de PTT het zendstation en het dorp bouwde, functioneerde het bedrijf als een soort overheid in het gebied. Alle gebouwen waren bezit van de PTT, alle bewoners waren op een manier verbonden aan de PTT, en er stond een PTT-hek om het hele terrein. Het was er als een booreiland. De hele dag door reden er kosteloos bussen heen en weer tussen het dorp en Apeldoorn, de bewoonde wereld. De gemeente Apeldoorn had tot de jaren ‘70 eigenlijk niets te vertellen in Radio Kootwijk, de PTT deed waar ze zin in had. Coby herinnert zich het leven op het eiland op de Veluwe als positief. “De PTT deed alles voor ons. We woonden hier gratis, in woningen die voor die tijd behoorlijk modern waren. We hadden stromend water, terwijl dat in de rest van Nederland helemaal niet vanzelfsprekend was. Zeker in de dorpen niet”. Ook elektriciteit was snel beschikbaar in het dorp, aangezien de zender stroom nodig had. “Het ontbrak ons aan niets”, glundert Coby.
Langzaam maar zeker kwamen er nieuwe technologieën om contact te onderhouden met de rest van de wereld. De lange golf verdween, en ook de korte golf werd overbodig. Eind jaren ‘60 was er niks meer te verdienen met radiotelefonie. In de decennia daarna werd de zender nog gebruikt om contact te houden met de scheepvaart. In 1980 werd de laatste zendmast opgeblazen, in 1999 verdween de zendfunctie definitief. Al die jaren bleef in gebouw A een rode knop onaangeroerd. Tot toen, 31 december 1998 om 16:20 uur. Met een druk op die knop vielen alle machines stil. “Een emotioneel moment”, blikt Coby terug. “Iedereen die daar aanwezig was realiseerde zich dat we met die knop een stuk Nederlandse geschiedenis afsloten.” Met het verdwijnen van de radiotelefonie, verdween ook de PTT uit het gebied. De huizen werden verkocht of verhuurd aan de bewoners, en het dorp moest op eigen benen leren staan. Volgens Coby ging dat proces geleidelijk. “In de tijd dat de PTT hier vertrok, was de wereld al kleiner geworden”. Mensen hadden zelf auto’s, en het eiland was al lang geen eiland meer, legt ze uit. Radio Kootwijk, centrum van de communicatie, veranderde in een dorp als ieder ander, maar met een geschiedenis als geen ander.
Het dorp wordt nu drukker, meer dagjesmensen vinden hun weg naar gebouw A. Wat vindt Coby van de toenemende drukte in het dorp? “Als ik mensen zie genieten van de natuur, dan kan ik daar zelf van meegenieten. Als mensen me vragen om iets te vertellen over deze plek, dan doe ik dat graag. Maar als mensen met 80 kilometer per uur naar de parkeerplaats scheuren, uitstappen, een foto maken, en dan weer met 80 kilometer per uur wegracen, dan denk ik: loop eens een rondje, geniet eens van de natuur”.
Drie uur lang mogen we de verhalen over de geschiedenis en het nu horen. Opgetogen zijn we als we Coby en haar hond gedag zeggen. We zwaaien, zij zwaait terug. Nog dezelfde avond krijgen we een bericht op Facebook: “Veel succes met jullie werk in de toekomst! Blauwe lucht groetje, Coby”.
8. (Dorpsvergadering)
We zijn nu meerdere keren in het dorp geweest, maar wat we vanavond gaan doen vinden we toch spannend. Naar de algemene ledenvergadering van de dorpsraad toe. Immers, de mensen die we tot nog toe hebben gesproken, vonden ons tamelijk lief. Hoe zit dat met de rest van het dorp? Staan zij open voor een paar jongens die mee komen kijken of zien ze ons als pottenkijkers? Hebben we, als puntje bij paaltje komt, toch met een gesloten gemeenschap te maken?
We parkeren op de plek waar we altijd staan. De vergadering is in het dorpshuis, dat op zijn beurt in gebouw J huist. Na wat zoeken zien we in een deuropening verderop een groepje mensen en fietsen staan. Dat moet gebouw J zijn. We lopen naar binnen. Zien als eerste Els, het geeft ons een veilig gevoel. Er is koffie, er is thee, er is cake. Er zijn nog niet zoveel mensen. Een meneer tikt ons op de schouder. Of wij die studenten zijn? Dat zijn we. Hij heeft wat voor ons. De man draait zich om, graait wat in een mandje, haalt er drie ge-3D-printe miniatuurtjes van gebouw A uit. “Voor jullie.” Een kinderlijke blijdschap maakt zich van ons meester. De bevestiging dat we definitief welkom zijn. De vergadering begint. Waar ga je zitten als buitenstaander? Achteraan dan maar, daar vallen we het minste op. Marit Elders, de voorzitter van de dorpsraad, heet iedereen welkom. Ze vraagt ons om op te staan en onszelf voor te stellen.
In 2009 werd Staatsbosbeheer na bijna honderd jaar weer eigenaar van het gebied rond Radio Kootwijk. Eelco Schurer, de terreinmanager van Staatsbosbeheer, neemt het woord. “Dankzij het bestemmingsplan kunnen er ook dingen heel snel gaan vanaf nu.” Schurer noemt bijvoorbeeld het plan om de parkeerplaats betalend te maken. Zijn redenatie: op die manier komen er minder mensen met de auto door het dorp en wordt de parkeerplaats beter gecontroleerd. Linda, die naast de parkeerplaats woont, beaamt: “Daar gebeuren dingen die je niet wil weten, er komt gajes. “Er is ook kritiek. “Bijzonder onsympathiek”, vindt Eric, de buurman van Els. Schurer legt uit dat het betaald parkeren er hoe dan ook komt. “Er is bezwaar geweest, maar dat heeft het niet gered. Dat is nou eenmaal democratie.” Geroezemoes in de zaal. Nog meer beroering is er wanneer het over te hard rijden gaat. Bewoners maken zich boos. Wijkagent Petra van Doorn geeft toe dat het probleem geen prioriteit heeft: “Andere dingen zijn nou eenmaal belangrijker.” Ze probeert de zaal erop te wijzen dat de hand ook in eigen boezem gestoken mag worden: “Als we hier een snelheidsmeter zouden installeren, zie je dat negen van de tien overtredingen waarschijnlijk van bewoners zelf komt”. De zaal wordt stiller. Het onderwerp zal er te pas en te onpas nog eens bij worden gehaald. Ook het voeren van wilde zwijnen is een heet hangijzer. “Bezoekers van het dorp voeren de dieren, maar weten niet wat voor gevolgen dit heeft”, zegt boswachter Laurens Jansen. “De zwijnen raken gewend aan mensen, en gaan onnatuurlijk gedrag vertonen. Uiteindelijk zijn wij gedwongen om ze dan af te schieten.” In het dorp staan borden met ‘Verboden wilde zwijnen te voeren’, maar het handhaven is lastig, stelt boswachter Jansen: “Het is bij wet niet verboden om te voeren, tenzij het om te fokken is”. Verwarring in de zaal, en weer een probleem waar geen duidelijke oplossing voor is. Het is aan bewoners om bezoekers erop aan te spreken. “Een snoeimachine, een koffiezetapparaat en een paar vlaggen.” Wijkagent Petra neemt de lijst door met wat er dit jaar gestolen is. Verder meldt ze de vernieling van het voormalige bushokje, twee burenruzies, een mishandeling en groep verdwaalde scoutsjongens.
Na afloop schiet een raadslid van een partij uit de Apeldoornse gemeenteraad ons aan. “Het is charme, het gaat hier over paardenkeutels terwijl wij moeten letten op miljoenen.” Of die opmerking om te lachen was of dat de man het werkelijk zo denigrerend bedoelde, wordt ons niet duidelijk. Ongenuanceerdheid kan meerdere moeders hebben. Inmiddels is het donker. We zitten in de auto en willen net wegrijden. Geluid. Er klopt iemand op ons raampje. Het is een man. Hij stelt zich voor als Steven Gerritsen, manager buitengebied van de Gemeente Apeldoorn. Dat we hem altijd mogen interviewen. We vinden het een aparte kennismaking. Moeten we hier iets achter zoeken? We rijden verder. In de achteruitkijkspiegel zien we de contouren van gebouw A. Op de weg voor ons staat plots een reusachtig edelhert. Het kijkt ons recht aan, loopt vervolgens rustig weg.
9. (Tweede bezoek Udo’s)
We hadden beloofd nog eens langs te gaan bij de Udo’s. De vorige keer liepen we bleu door de regen een rondje om het schrikdraad. Vandaag bezorgde de autorit onder de felle ochtendzon ons een zekere vrolijkheid. Jan-Willem en Leona Udo delen die vrolijkheid, blijkt als we bij het houten huis arriveren. De tuindeuren staan open. Als oude bekenden worden we onthaald, en we nemen precies plaats waar we dat de vorige keer ook deden. Slagroomsoesjes worden op tafel gezet. We krijgen allen een piepklein schoteltje waar precies één soesje op past. We gaan buiten zitten, in de grote tuin. We zien de antenne waarmee Jan-Willem contact met de hele wereld onderhoudt. Geel stuifmeel waait uit de bomen, en bedekt alles met een dun laagje. Meneer en mevrouw Udo steken van wal, en vertellen ons hoe ze het dorp ooit nog eens gered hebben. Dit is waarom we terug zijn gekomen.
VIDEO: “Hoe Radio Kootwijk gered werd door de Stichting Platform Kootwijk”
We nemen afscheid van Leona en Jan-Willem, en verdwijnen weer in de zon. Terug op de parkeerplaats beseffen we hoe bijzonder het is dat we overal zo hartelijk ontvangen worden. Het lijkt haast alsof de dorpsbewoners het als een taak zien om nieuwsgierige mensen van verhalen te voorzien. We zijn er blij mee. Eén van ons loopt het bos in, de natuur roept. Daar is het edelhert weer. Hij nadert, ziet dan een jongen staan. Beiden bevriezen. Dan keert het dier rustig om.
10. (Eelco)
Tussen gebouw A en zijn koelvijver wachten we tot het 15.00 uur is. In de schaduw van de kathedraal is het koel. De wind die over het ondiepe water waait, zorgt voor nog meer verkoeling. Het is fijn; tijdens onze wandeling vanuit het dorp hiernaartoe keek de zon over onze schouders mee. Eelco Schurer is de man die we zo hopen te treffen. Schurer is rentmeester van Radio Kootwijk voor Staatsbosbeheer. Hij sprak ook op de dorpsvergadering, waar hij indruk op ons maakte met zijn slagvaardige houding. ‘Recht door zee’ zou een term zijn die bij hem past, als een bepaalde politica die term in het verleden niet een andere lading had gegeven. Enfin, het is 14:59.
Gebouw A heeft een deurbel. Een hele gewone, voor zo’n bijzondere betonnen reus. We staan er niet echt bij stil wat zich anno 2017 achter de dikke muren afspeelt. Werken hier mensen? We weten van de evenementen die hier plaatsvinden, maar wat gebeurt er nú achter deze muren? ‘Naar het hoofdgebouw, daar kunnen jullie aanbellen’, stond er in de mail van Eelco Schurer. We lachen bij het idee dat de beste man straks in zijn eentje achter een bureau midden in de grote zaal zit. Misschien zijn we gewoon wel een beetje zenuwachtig omdat we zo voor het eerst de heilige graal mogen bezoeken. Een man die niet op Schurer lijkt doet de deur open. Hij neemt ons mee naar een kleine zaal. De zaal oogt sober. We krijgen koffie. Dit voelt niet zo bijzonder als gehoopt. Dan komt rentmeester Schurer vol energie binnen. Hij maakt een opmerking waarbij hij de ruimte waarin we zitten, vergelijkt met een aula. Het lag dus niet aan ons. Hij belooft een rondleiding door de rest van het gebouw, later op de middag. Ons kinderlijke enthousiasme, dat door deze ruimte even was verdoofd, komt weer terug. Eelco beheert sinds een jaar het zendcomplex. Het leuke gedeelte van het beheren kan nu beginnen, legt hij ons uit. “Het bestemmings-plan voor het gebied is na jaren praten nu zo goed als rond. Tijdens de procedure verhuurden we dit gebouw al aan verschillende partijen. Binnen de regels uiteraard”. Regels? “Er zijn afspraken gemaakt met het dorp en met andere instanties. Er mag per jaar een beperkt aantal bezoekers naar Radio Kootwijk komen. Ook is vastgesteld hoeveel auto’s er mogen rijden, en hoe laat bezoekers de omgeving weer moeten verlaten”.
“Het leuke gedeelte van het beheren kan nu beginnen”, zei Eelco toch? De regels die hij nog geen zin later noemt klinken belemmerend en streng, maar volgens de rentmeester is dat nodig. Voor de bewoners van het dorp, maar ook voor het milieu. ‘Waarom’, vragen wij ons af. Eelco antwoordt dat dat een ingewikkeld verhaal is. We hebben de tijd. “In het gebied rond het zendstation heb je verschillende habitats. ‘Stuifzandheiden met struikhei’, is er bijvoorbeeld eentje. In zo’n habitat komen verschillende plant- en diersoorten voor. Vervolgens heb je voor iedere habitat weer een optimaal stikstofniveau”. Dit neigt naar ingewikkeld. Eelco vervolgt: “Het stikstofniveau is op dit moment in dit gebied veel te hoog. Dat hier auto’s rijden kan eigenlijk niet. Dat wij, jullie hier ademen is ook al schadelijk”. We voelen ons bijna schuldig. Als we het goed begrijpen is de stikstofemmer al twee keer overgelopen, en wij druppelen rustig verder. Dan vertelt Eelco waarom het stikstofgehalte zo hoog is. Niet vanwege drie jongens die hun nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen. Nee, het zit anders: “In de Gelderse Vallei, het gebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe, wordt ontzettend veel intensieve veeteelt bedreven. Bij die veeteelt komt stikstof vrij, en veel ook. Dat waait vervolgens door de vallei hier naartoe, en wij zitten er dan mee. Het is een oorzaak die buiten dit gebied ligt, maar dat betekent niet dat we het probleem naast ons neer kunnen leggen. We hoeven onze adem nu niet in te houden, maar het minste wat we kunnen doen is een maximum instellen voor het aantal bezoekers en auto’s”.
We hebben gelezen over de zorgen die er zijn over de natuur in dit gebied. Voorstellen om een toegangsweg af te sluiten, protesten tegen het feit dat er in gebouw A evenementen worden georganiseerd. Zijn de maatregelen die Staatsbosbeheer nu handhaaft voor iedereen aanvaardbaar? “Milieu-activisme kent heel wat vormen, en bij het opstellen van een bestemmingsplan zijn er vele belangen. Het lukt niet om uiterste standpunten samen in één plan te krijgen”, zegt Eelco. Welke uitersten? “Er zijn mensen die het liefst willen dat hier niemand op bezoek komt. Er zijn ook mensen die graag het hele zendcomplex zien verdwijnen, dus ook gebouw A. Volgens hen moet het terug naar hoe het was. Als het terug moet naar hoe het was, dan moeten we ook alle bomen weghalen. Die zijn allemaal door de mens geplant, om het zand te bedwingen.” Het is een kwestie die vaker ter sprake komt in het gesprek, hier in de kille zaal. In hoeverre herstel je het gebied naar de oorspronkelijke staat? Moet je de gebouwen hier wel renoveren? Doet dat geen afbreuk aan de originele staat? Wat is de originele staat? Eelco bekijkt de dingen praktisch, soms zelfs filosofisch. Eelco bekijkt de dingen praktisch, soms zelfs filosofisch. Heeft hij gelijk? Wat hij zegt klinkt logisch. Aan de andere kant: hij is het gezicht van Staatsbosbeheer, de reus in het gebied. Met dat gegeven in het achterhoofd praten we met de nog steeds even energieke Eelco. Geen moment straalt hij vermoeidheid uit, en keer op keer weet hij onze vele vragen van een antwoord te voorzien.
Wij stralen wel vermoeidheid uit, en Eelco lijkt dat te merken. Hij staat op, pakt zijn twee telefoons die de afgelopen anderhalf uur onaangeroerd op tafel lagen, en vraagt ons mee te lopen voor de rondleiding.
VIDEO Een rondleiding in Gebouw A
Via een gang komen we bij een trap, via die trap komen we in dè zaal. De zaal waar het allemaal om draaide. De zaal waar de apparatuur stond. Waar honderd jaar geleden de eerste radiotechnici rondliepen. Een overweldigende hoeveelheid licht komt via de grote ramen de zaal binnen, en het tegelpatroon op de vloer maakt ons bijna duizelig. Eelco kijkt lachend naar onze reactie. We proberen snel weer normaal te doen. Doet deze aanblik hem niets meer? “Jawel hoor, ik kan er nog steeds met verwondering naar kijken”. We blijven lang in de zaal, zonder echt te praten. Kijken is genoeg.
“Zien jullie de tegeltjes in de vloer?”, vraagt Eelco. “Je ziet het kleurverschil in de witte tegeltjes. De afgelopen eeuw zijn er nogal wat tegels gesneuveld, onder andere doordat de Duitsers aan het einde van de Tweede Wereldoorlog alle apparatuur die hier stond opbliezen. Bij het renoveren is besloten de nieuwe tegels een andere kleur wit te geven. De originele staat moet duidelijk te onderscheiden zijn van wat nieuw is, vinden we.” Naast gebouw A staat een niet heel bijzonder stenen hok. “Gebouwd door de Duitsers in de oorlog, om brandstof in op te slaan. We gaan het slopen”. Is een zeventig jaar oud gebouw niet origineel genoeg? “Blijkbaar niet”, antwoordt Eelco. De originele staat. In de originele staat stond hier apparatuur. In de originele staat liep de man van Coby de Haan hier rond. In nog originelere staat was dit een zandvlakte. Nog eerder lag hier een tientallen meters dikke ijslaag. Wat is de originele staat? Wat mag de mens veranderen aan de originele staat? Eelco vraagt ons hem te volgen naar de volgende trap. Zodra we een stap zetten op de omloop van de toren, komt de warmte ons tegemoet. Binnen was het koud, maar we merkten het niet. Buiten is het broeierig. Het beton straalt warmte af. Op de vierkante toren van de Kathedraal zie je alles in de omgeving. We weten niet zo goed waar we moeten kijken. We staan op het gebouw waar het allemaal begon, en het voelt alsof we nu klaar zijn. Een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt in de zoektocht. Eelco wijst in alle windstreken naar punten die we kunnen zien. Vanaf hier hebben we een goed uitzicht op de andere gebouwen. Het brengt Eelco terug op het leuke gedeelte van het beheren van Radio Kootwijk, waar hij het in het begin van ons gesprek in de kille zaal over had.
“We willen gebouw H, het voormalige hotel dat is afgebrand, weer laten exploiteren als hotel. In het bestemmingsplan staat de hoogte van het hotel verkeerd vermeld, dus dat moet weer helemaal door de molen. Maar daarna krijgt het gebouw zijn functie weer, en veel mensen in het dorp zijn daar blij mee”. Dat merkten we al op de dorpsvergadering; een zucht van opluchting van met name de oude bewoners. Een stap dichter bij de glorie die het complex ooit had. Uiteindelijk moeten de meeste gebouwen weer een functie krijgen. Gebouw J, het nieuwe dorpshuis waarin we de vergadering bezochten, wordt van Staatsbosbeheer gehuurd door het dorp. Op die manier moeten ook het hotel, horecagelegenheid De Garage, de Droomfabriek, en andere bedrijven ervoor zorgen dat het complex financieel meer onafhankelijk wordt. “Momenteel gaat er veel subsidie van het Rijk en de Provincie naar het onderhoud van dit complex. Het liefst willen we dat beperken. Staatsbosbeheer is niet uit op winst, maar er is geld nodig om dit erfgoed te bewaren. We zijn nu bezig met het begin van de exploitatie, en daar start voor mij de uitdaging”.
Eelco Schurer, de man die met een frisse wind dit prachtige complex een nieuw doel helpt te geven. Niet alle bewoners van het dorp zijn blij met de drukte die bij een toeristische trekpleister hoort, en ook over het milieu blijven zorgen. Aan de andere kant: bezoekers zorgen voor levendigheid. Aan Eelco de taak om alle belangen een plaats te geven, en volgens hem lukt dat. Het is inmiddels al veel te laat, maar op de toren was het fijn. We wensen Eelco succes met zijn taak, en beloven hem over een paar jaar terug te keren, zodra alle gebouwen hun nieuwe doel hebben gevonden. De zon staat laag, en in de auto herhalen we: het voelt alsof we klaar zijn.
Toch zijn we dat niet.
11. (Beleid)
We zijn nu al bij heel wat mensen thuis geweest, hebben al heel wat cake, taart en koek gehad, al heel wat mooie verhalen gehoord. Maar, er zit natuurlijk ook beleid achter Radio Kootwijk. Dat beleid bespreken we met de gemeente Apeldoorn, de dorpsraad en de Stichting Werkgroep Milieuzorg Apeldoorn. Laten we met de gemeente beginnen. Steven Gerritsen, manager Buitengebied van de gemeente Apeldoorn, wil met ons praten. Hij is de man die onze auto op de donkere parkeerplaats aanhield, na de dorpsvergadering. Namens de gemeente is Gerritsen verantwoordelijk voor de link tussen de gemeentelijke diensten en de dorpen. We hebben het over veel, maar vooral over het bestemmingsplan. “Alle zaken die nu in het dorp en het gebied gebeuren, vloeien voort uit dat bestemmingsplan. Een absolute meerderheid staat daar nu achter, maar dat neemt niet weg dat er soms moeilijkheden zijn.” Radio Kootwijk is niet het enige dorp dat Gerritsen onder z’n hoede heeft. Er zijn er nog een stuk of tien. We willen weten of Radio Kootwijk nou anders is dan de andere dorpen. “Elk dorp is verschillend”, antwoordt Gerritsen. Maar, niet elk dorp heeft toch zo’n geschiedenis? “Nee, maar elk dorp heeft wel een achtergrond die het uniek maakt”, reageert Gerritsen. Maar, de problemen die in Radio Kootwijk spelen, die vind je toch nergens? Dat mensen ‘s nachts met hun auto naar het dorp komen om zwijnen te spotten? Dat voormalige zendgebouwen het doelwit zijn van ongewenste ontmoetingen? “Elk dorp heeft z’n problematiek, dat geldt net zo goed voor Radio Kootwijk als voor pakweg Beekbergen”, zegt Gerritsen. Met die woorden doet de gemeenteambtenaar ons inzien dat Radio Kootwijk misschien bijzonder is, maar dat het ook weer geen sacrale plek is. Voor een ambtenaar is het gewoon een dorp, zoals er zoveel zijn. Het neemt onze fascinatie niet weg.
Na de vertegenwoordiger van de gemeente, is het tijd om de vertegenwoordiger van het dorp te spreken. Marit Elders is al een aantal jaren voorzitter van de dorpsraad. Op de vergadering kwam ze over als iemand die goed weet wat ze wil, de confrontatie niet schuwt. Nu blijkt dat die attitude haar werk is. “Ik ben geen normale bewoner, verschillende partijen en mensen zover krijgen dat ze samenwerken is mijn werk.” Dat gaat niet altijd even makkelijk, geeft ze toe. “Op de vergadering waar jullie bij waren, riepen mensen soms door de zaal wat ze vonden. Op de vergadering van een jaar of drie geleden had ik alle bewoners zo, in plaats van dat we een bepaalde richting op gingen met elkaar. Gelukkig is dat nu anders”. We praten met haar over wat ze voor elkaar krijgt. “De verkeersoverlast beperken en de aantrekkingskracht van de leegstaande gebouwen op gajes tegengaan” zijn haar voornaamste speerpunten. Dat bewerkstelligt ze met name via de afspraken in het bestemmingsplan en het bijbehorende convenant. “Ik heb zo hard gewerkt om daarin de belangen voor het dorp naar voren te laten komen.” Marit vertegenwoordigt het hele dorp. Het hele dorp hebben we natuurlijk niet gesproken, slechts een aantal bewoners. Marit wijst ons erop dat al die verschillende inwoners een verschillende kijk op Radio Kootwijk hebben. Dat brengt ook andere zorgen met zich mee, bijvoorbeeld over of het belang van de natuur wel voorop staat. Zo heeft ze het over de ecologen in het dorp. “Zij zien bijvoorbeeld de inconsistentie van Staatsbosbeheer: die organisatie moet zorg dragen voor de natuur, maar vervolgens wordt die hele natuur verstoord als er een evenement is. ”Ze houdt van Radio Kootwijk. “Hoe je het nou wendt of keert: soms is het lastig om de belangen van alle bewoners een plaats te geven. Maar we doen zoveel leuke dingen met elkaar, iedereen maakt een praatje met iedereen.” Oké, niet iedereen: “Sommige mensen niet, maar door de aanwas van nieuwe mensen beginnen ook die oude vetes uit te werken.” In ons gesprek met Marit valt ook de naam SWMA, een organisatie waar we al van meerdere bewoners over hebben gehoord. De Stichting Werkgroep Milieuzorg Apeldoorn (SWMA) bekommert zich om de natuur in de omgeving van Apeldoorn. Ook om het gebied rond Radio Kootwijk. We zoeken contact met ze.
Chris Kamermans van de SWMA stelt dat het gebied er erg aan toe is. “Een dorpje midden in de natuur waarvan twaalf jaar geleden zelfs de meeste mensen in Apeldoorn niet wisten waar het lag, werd met miljoenen belastinggeld getransformeerd tot een dubieuze kermis met uitstraling in het hele gebied, nachtelijke evenementen, en honderdduizenden auto’s per jaar. ”Het terrein moet rendabel worden, vindt onder meer Staatsbosbeheer. Kamermans begrijpt die drang niet. “Dat alle rust en het karakter van een laatste natuurgebied voor alle Nederlanders vernietigd moeten worden vind ik onbegrijpelijk en onvergeeflijk. ”Eelco Schurer van Staatsbosbeheer vertelde ons dat de bezoekersaantallen juist omwille van de rust worden beperkt. Een kleinigheid, vindt Kamermans: “De bezoekersaantallen per gebouw waren al te hoog ingesteld zodat ze die als wisselgeld konden gebruiken. Later konden ze dan zeggen dat dit of dat het resultaat was van de ‘samenwerking’. “We vragen Kamermans waar het hem en de SWMA allemaal om te doen is. Hij is duidelijk. “Het gaat eenvoudigweg om de rust in het gebied. Die is definitief vernietigd. Van de laatste rustige plekken in dit land blijft niets over, de natuur wordt aan de hoogstbiedende verkwanseld en alles wordt opgeofferd aan bedrijventerreinen, want dat is wat Radio Kootwijk is. Die toon van Chris Kamermans hoorden we niet eerder. We schrikken ervan; hebben we al die tijd iets over het hoofd gezien? We proberen ons te verplaatsen in de standpunten van de SWMA: is het gebied overgeleverd aan de grillen van het toerisme en de hoogste bieder? Het geeft ons een andere kijk op het gebied, zoveel is duidelijk.
12. (Eric)
We zijn weer terug in het dorp. De straten kennen we, de bewoners kennen we. Vandaag lopen we met Eric Romijn, die we bij z’n buurvrouw Els al spraken, door een stralend Radio Kootwijk. De Radioweg in, gebouw A komt in zicht. Waar nu de paaltjes staan, was vroeger de slagboom. De bijbehorende portiersloge was het domein van bewakingsbeambte Eric. Voordat hij in 1974 naar Radio Kootwijk kwam, werkte hij in de bouw. “Ik merkte dat de bouw een zinkend schip was. Dan denk je na. Wil ik zo’n onzeker bestaan? Eric niet. “Ik koos voor het zekere, solliciteerde voor een baan als terreinbewaker bij Radio Kootwijk”. In die functie opende hij iedere dag de slagboom voor het personeel en maakte controlerondjes door het gebied. De PTT betaalde z’n verhuiskosten naar het dorp. Maar zoveel gebeurde er niet op het terrein van Radio Kootwijk. In de tijd van de Molukse kapingen, de jaren ‘70, was men bang voor een actie bij Radio Kootwijk. De bewakers kregen vuurwapens, Eric ook. Ze zijn nooit nodig geweest. Als we Eric vragen naar meer verhalen uit zijn bewakingstijd, noemt hij de stelletjes die hij in het gebied aantrof. “Die deden dan dingen die heel gewoon zijn”. We weten genoeg. Zes jaar lang was Eric bewaker. “De chef Antennebouw fietste iedere middag vanuit gebouw A naar z’n huis in het dorp om te lunchen. Ik deed telkens de slagboom voor hem open. Op een zekere dag zag ik hem weer aan komen fietsen. Ik liet de slagboom dicht.” De man stapte van z’n fiets en liep naar de portiersloge. Hij vroeg Eric waarom die de slagboom niet opende, zoals altijd. “Ik wil je iets vragen, en als ik de boom open doe, dan fiets je weg.” Hij mocht z’n vraag aan de chef stellen. “Ik zeg, ik ben het zo zat. Ik ben helemaal klaar met elke dag stilzitten. Heb je nog werk voor me?” Dat had hij, Eric kon aan de slag als antennebouwer. De wandeling gaat verder, we maken een rondje over de parkeerplaats. Straks moeten bezoekers hier betalen om er te mogen staan. Op de dorpsvergadering merkten we al dat dat Eric niet lekker zit. Ook nu. “Ik vind dat iedereen het gevoel moet hebben dat ‘ie hier welkom is. ”We proberen toch wat kritischer te kijken naar de drukte in Radio Kootwijk. Volgens Eric is het wel druk soms, maar dat hoort nou eenmaal bij het wonen op zo’n plek. “Wij wonen op een plaats waar andere mensen op vakantie zouden gaan. Wie zijn wij om andere mensen een bezoek aan dit prachtige gebied te ontzeggen?”, vraagt Eric zich af als we even later op ‘de driehoek’ staan, de splitsing tussen de Radioweg en de Turfbergweg. We leggen hem voor dat sommige mensen hier zijn komen wonen voor de rust, en dat zij zich zorgen maken over het voortbestaan daarvan. “Mensen die écht rust willen, kunnen misschien beter in een huis midden op de hei gaan wonen”, antwoordt Eric. Maar Radio Kootwijk ligt toch midden tussen het groen, midden op de zandvlakte? “Ja, dat is misschien ook wel zo. Laat ik het dan zo zeggen: ik heb nergens last van”. Sterker nog, Eric geniet van het toerisme. Het levert hem een stukje trots.
AUDIO Eric Romijn
We lopen langs de oranje brievenbus, één van de allerlaatste voorzieningen in het dorp. Terug naar het huis van Eric. Het leven gaat door, hij moet straks weer op de vrachtwagen.
13. (Slot)
Deze warme dag, waarop we met Eric door het dorp en de omgeving struinen, voelt bijzonder. Het is de laatste keer dat we hier voorlopig zijn. Onze zoektocht naar de geest van Radio Kootwijk eindigt vandaag.
In de schaduw denken we na over onze belevenissen op deze plek. De gesprekken, de wandelingen, de verwondering. We zitten op de stoep aan de Turfbergweg, tegenover de huizen. Vanaf hier zien we de wereldbol, het monument dat herinnert aan de eerste radioverbinding tussen hier en Bandoeng.
Een dorp dat zo de verbinding met de wereld ademde, maar toch zo verscholen lag, blijkt open. Open als in warm. De buitenwereld is in de loop der jaren naar binnen geslopen, met gevolgen voor iedereen in het gebied. De één ziet de komst van de vele bezoekers als een bedreiging voor de rust, de ander is blij met het herstel van de glorie van vroeger. Het dorp is al lang geen eiland meer. Niemand is er rouwig om. Hooguit nostalgisch. De toekomst zal leren of Radio Kootwijk haar identiteit, datgene waar wij naar hebben gezocht en deels hebben gevonden, kan behouden.
14. (Epiloog)
We spraken met Eric op onze eerste dag in het dorp. En nu, op onze laatste dag, nog eens. We wandelden langs de Radioweg. Coby de Haan liep er ook, samen met haar hond. We groetten haar. Toen we met Eric vanaf de portiersloge terug naar zijn huis liepen, passeerden we het huis van de Udo’s. Leona zat buiten. Jan-Willem maaide het gras. Net zijn we nog bij Els geweest, om haar te bedanken voor haar hulp. Dankzij haar hadden we een begin, het begin van alles.
In de schaduw bedenken we hoe mooi vandaag is. De mensen met wie we het meest gesproken hebben, zien we op deze dag terug. Alles komt samen. Dan, alsof het zo heeft moeten zijn, rijdt er een grote auto de Radioweg af. De bestuurder minder vaart. “Succes nog jongens!”, roept een man lachend vanuit het raam. Het is Eelco Schurer. We zwaaien. Hij zwaait terug en rijdt verder.
Dat was het. We lopen voor de laatste keer terug naar de parkeerplaats, werpen een laatste blik op gebouw A. We zien het edelhert niet….
Een volgende keer.
Ooit.
________________________________________________________________________________________________________________________________________
7
Sentiment in het Dorp Radio Kootwijk.
___________________________________________________________________________________________________________________________________
8
DAUWTRAPPEN 1968
(geplaatst op 30 mei 2019, hemelvaartsdag = dauwtrappen)
Twee en vijftig jaar ! (52) geleden werd er ook al ‘Dauwgetrapt’ op Radio Kootwijk. Een der bewoners de heer de Weerd heeft een en ander vastgelegd op 8 mm film en vormt een onderdeel van het smalfilmpje van Rogier & Annemarie van der Weijden. Het is een fragment uit de productie welke veel meer activiteiten te RKwk laat zien tussen 1962 en 1968. Er is geen geluid bij.
9
Hieronder een overzicht van de Gemeentelijke Monumenten te Radio Kootwijk