Staatsbosbeheer in RKwk
“Staatsbosbeheer neemt Radio Kootwijk over”
‘Stichting Platform Kootwijk’ interview 16 mei 2017
Het burger initiatief ‘Stichting Platform Kootwijk’ heeft, door het behalen van haar doelstelling (uitspraak Raad van State september 2001), de voorwaarden geschapen voor de exploitatie door Staatsbosbeheer van de gebouwen en terreinen te Radio Kootwijk”
Ingezonden Mededeling van de Stichting Platform Kootwijk
Nieuwe toekomst voor Radio Kootwijk
Bron: NPO Geschiedenis 24. Bewerkt red.TZZ 2009/2020
Radio Kootwijk, 10 december 2009
Staatsbosbeheer heeft het uit 1918 stammende voormalige zendstation Radio Kootwijk overgenomen. Met de overname komt een einde aan een jarenlange strijd voor een nieuwe bestemming van het voormalige zendstation van de PTT.
Staatsbos beheer ontwikkelt een plan waarin veel ruimte is voor natuur en cultuur in het gebouw en op het terreinencomplex. De panden krijgen nieuwe functies, onder meer op het gebied van educatie en kunstuitingen.
In 1917 stond er al een zend-/ontvangstation op de hoogvlakte Malabar nabij Bandung op Java, voor contact met het moederland. Er moest ook nog een tegenhanger in Nederland worden gebouwd. Na bestudering van verschillende locaties viel de keuze op een stuk Veluwe, een dunbevolkte landstreek. In de beginjaren werd de zender nog “Radio Hoog Buurlo” genoemd, naar het meest nabijgelegen gehucht. Ook werd zowel voor het dorp bij de zender als voor de zender zelf de naam “Radio Assel” gebruikt, eveneens naar een dichtbijgelegen plaats.
Het stuk bos en heide van in totaal 450 hectare groot, aangekocht van Staatsbosbeheer, was in 1917 nog geheel ongeëxploiteerd. Er liep nog geen directe wegverbinding, wat de exploitanten er eind 1918 toe bewoog een smalspoor aan te laten leggen naar halte Assel aan de Oosterspoorweg, waardoor voor de aanvoer van bouwmateriaal verbinding was met de rest van Nederland. Het terrein werd geëgaliseerd, wat inhield dat alle begroeiing werd verwijderd om zo een ongestoorde ‘zendcirkel’ te kunnen hebben. Toen het goederenvervoer intensiever werd, werd ook een (normaal-)spoor aangelegd naar Station Kootwijk, eveneens aan de Oosterspoorweg. Deze bleef tot 1947 bestaan. Tegenwoordig is het tracé van deze spoorlijn een geasfalteerd pad: het westelijke deel van de Radioweg.
Er werd een grote antenne gebouwd, bestaande uit koperen kabels die met elkaar verbonden waren en die rustten op 200 meter hoge masten, en koperen kabels onder de grond. In het hart van dit systeem werd een radiostation gebouwd. Dit werd ondergebracht in een gebouw van gewapend beton, ontworpen door de Amsterdamse architect Julius Luthmann (1890-1973). Deze had bij het ontwerp gedacht aan een Egyptische sfinx, die bij goed kijken ook nu nog te ontwaren is. Evenwel had het gebouw (gebouw A) ook gelijkenis met een kerk, waardoor naast ‘De Sfinx’ de later bekendere bijnaam ‘De Kathedraal’ in omloop kwam.
Gebruik zender
In 1923 begon de P.T.T. met transoceanische telegrafie via de lange golf. De zender van het Duitse bedrijf Telefunken werd “Lange Gerrit” genoemd. Deze naam was afgeleid van de laatste letter van de internationale roepcode van de zender (PCG) en de extreem lange golflengte die werd gehanteerd (17,85 kilometer), gebruikmakend van een Alexanderson alternator. Lang heeft het zenden op basis van de lange golf echter niet geduurd, zo’n 2 jaar. Op 28 februari 1928 was een radiotelefonische verbinding tot stand gebracht, waarbij men gebruikmaakte van de korte golf. Hiervoor werden drie nieuwe zenders gebouwd op de Hoog Buurlose heide, ongeveer 1½ km ten zuidoosten van de oude zender. Op 7 januari 1929 werd de radiotelefoondienst officieel geopend voor het publiek door koningin-moeder Emma (niet door koningin Wilhelmina, zoals vaak wordt gedacht).
Na deze gebeurtenis werden de woorden “Hallo Bandoeng, hier Den Haag” legendarisch. Nu kon het Nederlandse publiek met Nederlands-Indië bellen. Zo’n gesprek was een hele gebeurtenis. Men moest ervoor naar een telegraafkantoor in een van de vier grootste steden van Nederland komen en kon dan voor ruim 30 gulden, wat toen een heel vermogen was, een gesprek van drie minuten voeren.
In september 1935 werd een ‘versterkte’ omroepzender in bedrijf genomen, met een frequentie van 1875 kHz en een vermogen van 120 kW.
In de Tweede Wereldoorlog werd de zender door de Duitse bezetter gebruikt voor contact met de duikboten van de Kriegsmarine in de Atlantische Oceaan. Ook plaatste de Wehrmacht luchtafweergeschut op de gebouwen en breidden ze P.T.T.-gebouwen uit, onder andere met schuilkelders. Op 6 en 7 april 1945, toen Canadese bevrijdingstroepen in aantocht waren, werden de zendmasten opgeblazen. Ook hadden de Duitsers alle zendapparatuur vernield. Ze probeerden tevens gebouw A in één klap te vernielen, door er een mast overheen te laten vallen. Het gebouw van gewapend beton liep echter geen schade op. Na de bevrijding moest de PTT met nieuwe apparatuur en masten beginnen. Echter, in de Sovjet-bezettingszone in Duitsland werd de gehele geroofde zenderinstallatie teruggevonden. Veertien wagons brachten in april 1947 het materieel terug op het zendstation.
Door de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatietechnieken zoals satellietverbindingen verloor Radio Kootwijk in de loop van de 20e eeuw zijn positie als belangrijk radioverbindingspunt. Op 14 oktober 1966 werd de noordelijke van de twee hoge zendmasten met explosieven neergehaald.